Kunstschilder Karel was een

       gepassioneerde laatbloeier

Na zijn pensionering  ging Karel van  Houten iets heel

anders doen.

De projectmanager bij Stork werd kunstschilder.

Hij ontwikkelde een zeer persoonlijke stijl.

Vroeger was een 60-plusser

een ‘bejaarde’. Nu is zo iemand veelal een vitale senior. Zo ook Karel van Houten uit Amersfoort.

Na een loopbaan bij Bronswerk, een bedrijf dat opging in Stork, mocht hij met pensioen. Maar daarna leerde hij een nieuw vak, waarin hij zelfs een behoorlijk niveau bereikte. Als kunstschilder exposeerde Karel van Houten

gedurende twee decennia op allerlei plekken; ook daar waar jongere, professionele kunstenaars hun werk toonden.

Een verslaggever ging enkele jaren terug bij hem op bezoek in de wijk Kattenbroek en trof daar een ‘gepassioneerde laatbloeier’. De hal van zijn appartement, de woonkamer en eigenlijk alle kamers hingen vol schilderijen.

Dat waren allemaal typische Van Houtens. Veelal figuratief maar niet fotografisch. Zorgvuldig afgewerkt, maar nooit schools. Toegankelijk en voorzien van bonte kleuren, maar niet gemakzuchtig. En altijd waren er de lijnen die als in een stripverhaal de contouren benadrukten. Soms verdikte hij daar de verf met een zelf gemaakt bindmiddel; zo ontstond een bijzonder reliëf.

Favoriete onderwerpen waren naast steden en zeilschepen ook musici en muziekinstrumenten. Karel van Houten (Amersfoort, 11 december 1934) was namelijk een jazzliefhebber. Heel opgetogen was hij, toen de band Perron 5B kwam optreden bij een opening van zijn expositie in cultureel centrum Artishock in Soest.

Hij studeerde op de mts voor werktuigbouwkundige en verdiende al als tiener zijn brood als technisch tekenaar. Hij rondde zijn professionele carrière af als projectmanager. Het waren prettige, gevarieerde jaren. ,,Er is geen dag geweest dat ik niet met plezier naar mijn werk ben gegaan’’, zei hij in de huis-aan-huiskrant De Stad Amersfoort,

,,en ik ging altijd weer fluitend naar huis.’’

 

Daarna meldde hij zich bij Wijkcentrum De Boerderij in Nieuwland, waar een cursus schetsen werd aangeboden. Vanwege de geringe belangstelling werden de leerlingen ervan samengevoegd met die van een cursus schilderen. Oké, dacht Karel, dan gaan we dus schilderen met acrylverf. Weer eens wat anders. Lang geleden had hij geaquarelleerd; een stemmige afbeelding uit 1951 van de Koppelpoort in zijn woning getuigde daarvan.

Vier jaar lang leerde hij het schildersvak steeds beter in de vingers te krijgen. Mede dankzij de begeleiding van docent Gerlinde Snijders, die hij als zeer inspirerend ervoer. Wat begon als een aangename tijdspassering, werd een passie.

Hij begon in 2001 te exposeren: vooral in Hoogland, Amersfoort en Soest. Bij zijn eerste expositie, in het Katshuis in Kattenbroek, ontmoette hij andere kunstenaars. Hij sloot zich aan bij de nieuwe kunstkring van deze wijk. Een groep eigenheimers die elkaar niettemin vonden, zo stelde hij vast. ,,De onderlinge band is hecht. Waar nodig, helpen we elkaar, vaak puur praktisch. Een schilderij is half af en hoe dan verder? Daar wordt graag over meegedacht.’’

Ik ben de techneut die van schilderen is gaan houden. Wat ik uitbeeld, past bij elkaar.

Ook was hij vrijwilliger bij de Werkgroep Expositie van Artishock. Zo hield hij er toch een sociaal leven op na, naast het eenzame werk in zijn atelier. Als cultureel organisator kwamen zijn beminnelijke omgangsvormen en ervaring als manager van pas.

Zelf maakte hij op den duur schilderijen die van A tot Z doordacht en áf waren, inclusief de lijst. Een erfenis van zijn tijd als werktuigbouwkundige, waarin hij geen half werk mocht afleveren. ,,Ik ben de techneut die van schilderen is gaan houden. Wat ik uitbeeld, past bij elkaar. De figuren zijn in elkaar gevlochten of onderling verweven. Het zijn mathematische schilderijen.’’

Als perfectionist maakte hij eerst een schets op een A-viertje, voordat het penseel op het doek ging. Hij verschilde daarin van Karel Appel, die ‘zonder enig voorwerk’ een leeg doek te lijf ging. Wat niet betekende dat hij op Appel neerkeek. ,,Elke streek met zijn kwast was wat waard.’’

Ze hadden gemeen, dat beiden met reliëf werkten. Maar terwijl dat bij Appel door grove verfstreken tot stand kwam, vertrouwde Van Houten minder op spontane invallen. Van bakbloem, bindmiddel en gesso maakt hij een ‘papje’ waarmee hij de verf verdikte. Daarmee kon hij de contouren van zijn afbeeldingen benadrukken. Vervolgens vulde hij de rest in.

Een enkeling noemde hem om die reden een ‘vakkenvuller’, maar dat kon hem niets schelen. Hij schilderde zoals hij dat wilde. Roem interesseerde hem niet. Carrière maken hoefde voor hem niet. Hij had zijn carrière allang achter de rug. 

De gewoonlijk zo vitale Karel van Houten overleed in Amersfoort tijdens het sporten op maandagochtend 21 maart 2022. Hij was 87 jaar. 

VAN WIEG TOT GRAF

AD 17 mei 2022

             Tekst Jeroen de Valk